Paragraaf

3 Investeringen

De begroting in nieuwe vorm zal ingaande per 2018 een andere paragraaf investeringen kennen. (zie van perspectiefnota tot begroting)  Inmiddels zijn in de nieuw vormgegeven programma’s ook de investeringen opgenomen waartoe al besloten is. In deze beleidsparagraaf is wordt nu nog voortgebouwd op de gebruikelijke werkwijze.  Er wordt inzicht gegeven in het verloop van de  investeringen in  2016 en 2017 en de gevolgen voor 2018-2021 teneinde de relatie te leggen met de jaarrekening. Het gaat in deze paragraaf  om de investeringen exclusief de investering in de grondexploitaties.

De investeringen worden in deze paragraaf  integraal in beeld  gebracht waarbij  de toe- en afname van de  investeringsomvang, het verloop in jaarschijven, de verhouding eigen middelen/derden etc. inzichtelijk wordt  gemaakt .
Tevens gaan we in deze paragraaf  in op het Stadsontwikkelfonds en besteden wij aandacht aan het EMUsaldo en de wet HOF.

De investeringen zijn onderverdeeld in:

A.   Voorgenomen projecten waarvoor middelen zijn gereserveerd, maar waarover nog besluitvorming moet plaats vinden in de loop van 2015 of later (inclusief nog vrije middelen t.b.v bestedingsvoornemens in reserves)
B.   Lopende projecten waarover  t/m juli 2015 besluitvorming heeft plaats gevonden
C.   Vervangingsinvesteringen.

 A   Voorgenomen projecten PPN waarvoor nog besluitvorming plaats moet vinden

Voorgenomen investeringen PPN (investeringsbedrag)

Gemeentelijke investering 2016/2017

Resterend 2018 – 2020

Externe middelen

Go / no go moment

Binnenstad uitvoeringsmaatregelen(1)

2.000.000

nee

2016/2017

Extra impuls sociale woningbouw (2)

pm

pm

nee

2016/2017

Onderwijshuisvesting (3)

pm

pm

n.t.b.

Spoorzone (4)

5.000.000

ja

2016/2017

N35 (5)

450.000

ja

2016

Toelichting op de voorgenomen investeringen

  1. Binnenstad
    Bij de perspectiefnota 2017-2020 hebben wij binnen de reserve incidentele bestedingen € 2 mln. geoormerkt voor de binnenstad. Hiervan wordt € 400.000 in 2017 benut voor het aantrekken van een binnenstadmanager en voor capaciteit voor begeleiding van initiatieven (cofinanciering) en uitwerking van visies en programma’s.(zie bestedingsvoorstel) Aan het eind van 2016 presenteren wij de strategische agenda binnenstad. Daarin worden voorstellen gedaan voor de resterende € 600.000.
  1. Extra impuls sociale woningbouw
    Bij de PPN 2017-2020 is besloten een stelpost van € 1mln. binnen de reserve meerjarige investeringen voor de extra impuls sociale woningbouw. Daarbij is aangegeven dat we:
  • Deze stelpost binnen het traject “Extra impuls sociale woningbouw” willen benutten ter dekking van eventuele gemeentelijke financiële bijdragen ten behoeve van projecten met een onderscheidend en/of innovatief karakter (definitie en voorwaarden nader te bepalen) of die projecten die in belangrijke mate bijdragen aan oplossing van het huisvestingsvraagstuk in de stad. Met inzet van het budget lossen we knelpunten
  • Per project naast een go/no go besluit door college een afweging maken voor een eventuele financiële bijdrage op basis van vooraf benoemde voorwaarden. Daarnaast gaan we in overleg met de provincie en HMO om mogelijke bijdragen vanuit deze partijen (cofinanciering) te bespreken. Tot slot maken we, waar mogelijk, gebruik van de subsidieregeling vanuit het Rijk inzake huisvesting Statushouders. Wij werken aan een informatienota voor de raad die eind 2016 wordt gepresenteerd. In de nota wordt informatie verschaft over de volgende zaken: welke locaties worden ontwikkeld, hoeveel woningen (welke categorie), welke kosten en welke gemeentelijke bijdrage per locatie en hoe de communicatie (met buurt en betrokkenen). Met betrekking tot de verschillende, toekomstige projecten is de afspraak dat college de gemeenteraad informeert over deze projecten op de geijkte momenten binnen de reguliere beleidscyclus.
  1. Onderwijshuisvesting
    Bij de Van Der Capellenscholengemeenschap is sprake van een knellend huisvestingsvraagstuk. Er is nog geen keuze gedaan omtrent de optie om dit op te lossen. In het huisvestingsplan is financieel rekening gehouden met een investering om dit knelpunt op te lossen . In het voorjaar zal een nieuw integraal huisvestingsplan worden gepresenteerd dat onderdeel gaat vormen van het nieuwe investeringsplan
  1. Spoorzone
    Bij de PPN 2017-2020 hebben we aangegeven dat er twee ontwikkelingen zijn (fietsparkeren en gebiedsontwikkeling) die in 2016/2017 om een investeringsbesluit vragen. Het fietsparkeren vraagt naar verwachting een extra investering van € 3,5 mln. en het aanjagen van de gebiedsontwikkeling € 1,5 mln. De investeringen kunnen worden gefinancierd uit het beschikbare gestelde jaarlijkse budget voor Spoorzone. Over de verdere voortgang van het project Spoorzone verwijzen wij u naar voortgangsrapportage van de projecten, waarin tevens de voortgangsrapportage van de bestuursovereenkomst Spoorzone is opgenomen.
  1. Fietsbrug N 35
    Het rijk heeft het project N 35 Zwolle Wijthmen in juli 2016 aanbesteed. Deze leidt tot een meevaller van het taakstellend budget. Vanaf de start hebben wij aangedrongen op een ongelijkvloerse kruising voor het fietsverkeer. De gemeentelijke extra bijdrage taxeren wij op € 450.000.

B   Lopende projecten

Onder deze categorie vallen de investeringskredieten (exclusief de grondexploitaties) waarover de raad al een besluit heeft genomen. Deze projecten worden gestart of zijn al in uitvoering. De investeringen vinden gefaseerd over meerdere jaren plaats in zogenoemde jaarschijven.
Per 1/07/2016 staat er in totaal voor € 220 mln. aan lopende investeringen uit. Het gaat dan om de restantkredieten per 31/12/2015  (€ 216 mln.)  aangevuld met nieuwe kredieten en verlaagd met afgesloten kredieten.

Totaal lopende projecten met indicatieve bestedingsverwachting in jaarschijven

Totaal lopende invest.

Verwachte  invest.
 2016

Verwachte  Invest. 2017

Verwachte Invest. 2018

Verwachte Invest. 2019

Verwachte Invest. 2020 ev.

Verwachte investeringen per 31/12/2015

216 mln.

Saldo nieuwe kredieten 2016 en afgesloten kredieten (peildatum 1-7-2016)

4 mln.

Totaal begrote jaar- schijf begroting 2017 per 1/7/2016

220 mln.

115 mln.

47 mln.

32 mln.

11 mln.

14 mln.

Het totaal aan investeringen (€ 220 mln.) wordt voor € 74 mln. gefinancierd door derden, € 54 mln. komt uit de gemeentelijke reserves en het restant € 94 mln. activeren wij op de balans en wordt via jaarlijkse rente en afschrijving lasten opgevangen in de begroting. Het ramen van de investeringen in jaarschijven blijft lastig, op basis van ervaringen zal de hoge investering in 2016 zich uitsmeren over de latere jaren. Bij de rekening 2016 zullen wij u over de uitvoering nader informeren.
Als onderdeel van de programma’s treft u een specificatie aan de investeringsprojecten die binnen het betreffende programma worden uitgevoerd.

Relevante ontwikkelingen lopende projecten:
Hieronder wordt een aantal specifieke projecten toegelicht in verband met het wijzigen van de projectopzet cq. nieuwe ontwikkelingen. De voortgang cq. afwijkingen op projecten  worden eveneens  toegelicht in de voortgangsrapportage projecten (http://bit.ly/PnCQSY ) en de beleidsrapportage 2 2016.
Kamperlijn:
In de informatienota van 15 jnui jl. hebben wij u geïnformeerd over het tegenvallende aanbestedingsresultaat van de Kamperlijn.  Nader onderzoek moet uitwijzen op weke wijze het tekort is terug te dringen. In het najaar verwachten wij de resultaten aan de raad te kunnen voorleggen. Tevens zal dan een herziene risicoanalyse voor het project worden uitgevoerd. De besluitvorming over het inrichtingsplan voor de buitenruimte rondom de nieuwe voorstadhalte komt aan de orde zodra meer duidelijkheid is over de financiële consequenties op basis van het onderzoek.
Vrijval middelen diverse projecten:
Na 1 juli 2015 zijn bij de beleidsrapportage diverse projecten doorgelicht waarbij middelen zijn vrijgevallen. In deze investeringsparagraaf is daar nog geen rekening mee gehouden. Bij het actualiseren van de investeringen aan het einde van het jaar voor de jaarrekening zal dit worden verwerkt.  

C    Vervangingsinvesteringen

Vanwege (economische) veroudering, slijtage worden jaarlijks vervangingsinvesteringen gedaan om bijvoorbeeld de veiligheid, de bedrijfsvoering etc. te waarborgen. Een deel van de vervangingsinvesteringen loopt via de daarvoor ingestelde onderhoudsreserves, voor het andere deel worden investeringskredieten aangevraagd, waarvan de lasten gedekt zijn uit de jaarlijks te ramen vervangingsbudgetten. De vervangingsinvesteringen hebben in hoofdzaak betrekking op het beheer in de openbare ruimte, onderwijshuisvesting en de bedrijfsvoering.

In de begroting 2017 is voor € 5,7 mln. aan vervangingsinvesteringen opgenomen. Bij vaststelling van de begroting wordt impliciet ook ingestemd met de genoemde vervangingsinvesteringen.

Vervangingsinvesteringen

(bedragen x € 1 mln.).

2017

Dekking kapitaallasten

Beheer openbare ruimte (t.l.v. algemene middelen)

2,4

Uit jaarlijks vervangingsbudget

Rioleringen

0,2

Voorziening riolering/tarieven riolering

MPI (ICT-investeringen)

3,1

Uit bandbreedte ICT kapitaallasten of ICT reserve

Totaal

5,7

Een specificatie van de vervangingsinvesteringen is opgenomen in het hoofdstuk financiële overzichten.

Stadsontwikkelfonds
Omdat wij de samenleving uitnodigen om de stad op een toekomstbestendige manier te (helpen)ontwikkelen is in het coalitieakkoord de werking van het bestaande stadsontwikkelfonds verruimd. Met het fonds wordt beoogd een financiële bijdrage te leveren aan grote en kleine initiatieven die samen de stad tot bloei brengen. Daarmee creëren we een hefboom voor investeringen van onze partners.
Doelstelling van het fonds is het (tussentijds) mogelijk maken van initiatieven en projecten die een bijdrage leveren aan de sociale, economische en/of fysieke ontwikkeling van (delen van) de stad. Het stadsontwikkelfonds bevat ongeoormerkte middelen, opdat gedurende het gehele jaar besluiten door de raad kunnen worden genomen, waardoor flexibel kan worden ingespeeld op kansen die zich voordoen.
De verwachting is dat de diversiteit aan initiatieven groot zal zijn. Als richtlijn om middelen beschikbaar te stellen gelden de volgende criteria:

  • Het initiatief op sociaal, economisch en/of  fysiek gebied dient de ontwikkeling van de stad en past binnen de gemeentelijke ambities zoals neergelegd in de vier agenda’s.( zie hoofdstuk van coalitieakkoord naar PPN)
  • Het initiatief levert rendement op voor een groot deel van de stad
  • Het initiatief kan verdere ontwikkelingen in de stad aanjagen.
  • Het initiatief is binnen een jaar uitvoerbaar.  
  • De financiële bijdrage van de gemeente aan het initiatief bedraagt in principe  maximaal 50% van het totaal (inclusief gemeentelijke uitvoeringskosten). Hierbij wordt ervan uitgegaan dat de initiatiefnemer het grootste deel van de kosten voor zijn/haar rekening neemt. Het college kan gelet op het belang van een initiatief voorstellen doen om van dit percentage af te wijken.
  • Het betreft investeringsprojecten die met cofinanciering van mede overheden (doorgaans provincie en eu ) gerealiseerd kunnen worden en passen binnen de ambities van Zwolle.

Opdat ook kleine initiatieven, waarvan de gemeentelijke bijdrage kleiner is dan € 15.000 gehonoreerd kunnen worden,  zonderen we een deel van het Stadsontwikkelfonds af ter waarde van € 150.000. Tevens stemmen wij de bestedingen af met het budget burgercontacten in het kader van initiatiefrijk Zwolle.
Bij de PPN worden potentiële projecten zoveel mogelijk aangegeven. Om kansen die zich voordoen te kunnen benutten,  kan het college ook tussentijds voorstellen aan de raad doen, waarbij dekking via het Stadsontwikkelfonds plaats vindt.
Bij de PPN 2017-2020 is het fonds aangevuld tot € 7 mln. De vrije ruimte in het Stadsontwikkelfonds bedraagt thans € 6,5 mln. Daarnaast is nog € 0,1 mln. beschikbaar voor kleine initiatieven.

Stadsontwikkelfonds

Stand per 1-10-2016 (vrije ruimte)

7.340.000

Voorgenomen besluiten:

  • N35 (reservering i.a.v. definitief besluit)

-250.000

  • Fietsbrug N35

-450.000

  • Restant beschikbaar voor initiatieven

-106.000

Vrije ruimte in Stadsontwikkelfonds

6.534.000

Reserve incidentele bestedingen
De reserve incidentele bestedingen is bij de PPN 2017-2020 gevoed met €4,6 mln. In de voorliggende begroting stellen wij voor aanvullend € 5,4 mln. in de reserve te storten. Aanwending van de reservemiddelen vindt normaliter plaats bij de integrale afwegingsmomenten in het voor- en najaar, maar indien nodig of gewenst kan – in overleg met de raad  - ook gedurende het jaar een beroep op de reserve worden gedaan. Bij de PPN is afgesproken dat de projecten binnenstad (twee x € 1 mln.) sociale woningbouw 2e fase (€ 1 mln.), economie en dorpsplan Wythmen in aanmerking kunnen komen voor een bijdrage uit deze reserve. Inmiddels is de reserve verder toegenomen en is het voornemen om in het voorjaar 2017 aan de hand van onder andere een strategisch investeringsplan te besluiten hoe de beschikbare middelen in te zetten.

Wet HOF en EMU-saldo
De Wet HOF (Houdbare Overheidsfinanciën) is een vervolg op de Europese afspraak om de stabiliteit in de Eurozone te handhaven. De Europese afspraak houdt in dat de nationale begrotingen maximaal een negatief EMU-schuld mogen hebben van 3% en op termijn moet worden afgebouwd naar 0%.

Eind 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel om de begrotingsnorm door te vertalen naar de gemeenten als totaal en andere decentrale overheden (eveneens als totaal). Van een individuele norm per gemeente is geen sprake evenmin dat er sancties aan een gemeente kunnen  worden opgelegd. Indien de begrotingsnorm van de decentrale overheden als totaal structureel worden overschreden dan zal het rijk met de medeoverheden in overleg treden hoe de overschrijding terug te dringen. Wel is per gemeente een referentiewaarde (negatieve kasstroom) aangegeven. Voor Zwolle is de referentiewaarde voor 2015 bepaald op € 17,4 mln. negatief. De referentiewaarde is een indicatie van het aandeel dat een gemeente op basis van het begrotingstotaal in de gezamenlijke tekortnorm heeft. De tekortnorm voor de decentrale overheden is 0,5% in 2015. De decentrale overheden zijn met de minister in gesprek om ook voor 2016 de norm op 0,5% te houden. De minister handhaaft voorlopig het eerdere voornemen om de tekortruimte te verlagen naar 0,4% in 2016, maar geeft wel aan dat gemeenten met hun investeringen niet op deze ruimte moeten sturen. Voor 2016 wordt er geen referentiewaarde vastgesteld. In 2016 wordt bezien of de verlaging van de tekortnorm in 2017 naar 0,3% realistisch is.  Volgens planning is er 28 september 2016 een bestuurlijk overleg geweest over de EMU-tekortnorm 2017 en de onderlinge verdeling naar overheidslagen. De uitkomst van het overleg zijn ons nog niet bekend.
In het kader van de begroting is het verplicht informatie te verstrekken over het EMU-saldo van de gemeente. Op basis van de huidige investeringsplanning en going-concern uitgaven en inkomsten ziet het EMU-saldo voor Zwolle er als volgt uit:

EMU – saldo Zwolle

2016

2017

2018

2019

2020

EMU-tekort / overschot

-70

0

-4

19

28

Referentiewaarde Zwolle (norm o.b.v.  2015)

-17

-17

-17

-17

-17

Tekort / overschot

-53

17

13

36

45

De overschrijding van de referentiewaarde  in 2016 is vooral het gevolg van het ramen van de lopende investeringen in 2016 omdat vooraf moeilijk valt in te schatten of de investering grotendeels in 2016 of in 2017 zal plaatsvinden. Kijken we naar het meerjarenbeeld dan zien we dat met name door de afname van het investeringsvolume een overschot in het EMU-saldo ontstaat.
In het hoofdstuk financiële begroting is een nadere onderbouwing van het EMU-saldo opgenomen.