- Projecten met een langere looptijd dan 10 jaar
De gemeente Zwolle heeft de beschikking over twee grondexploitaties die een zeer lange looptijd kennen. Het betreft de projecten: bedrijventerrein Hessenpoort (2045) en woningbouw Oude Mars
(2041). Voor deze projecten is de index voor de opbrengstenstijging (periode na 10 jaar) reeds op nul procent gezet, waardoor er een behoedzaam beeld wordt gecreëerd. In samenspraak met het projectmanagement van beide projecten is beschreven waarom er is gekozen voor een langlopende grondexploitatie. Uit het gesprek met de accountant is vooral duidelijk geworden dat het zich met name zal gaan richten óf er toereikende beheersmaatregelen worden getroffen bij (gemotiveerde afwijking).
- Rente in de grondexploitaties
De rente die wordt toegerekend aan grondexploitaties moet worden gebaseerd op de werkelijke rente over het vreemd vermogen. Tevens moet de disconteringsvoet gelijk worden gesteld met de toegerekende rentevoet. In de meerjarenplanning van de grondexploitaties wordt nu, conform besluit, gerekend met een rentepercentage van 3,5%, zijnde de omslagrente zoals in de begroting 2016-2019 is opgenomen. In beeld is gebracht wat de consequentie binnen de MPV is indien de rente daadwerkelijk richting 2% gaat, dit in het kader van de BBV / Vpb. Binnen de grondexploitaties zullen de resultaten met € 22,2 mln. toenemen en de voorziening voor de negatieve grondexploitaties neemt af met € 1,1 mln. De financiële consequentie voor de begroting is meegenomen bij de PPN.
Onder de nieuwe BBV regels gaat de renteverrekening met de grexen o.b.v. de werkelijke rente. Dit betekent dat er een reëel risico ontstaat op de hoogte van de toe te rekenen rente. Het voorstel is om voor de risicoparagraaf MPV rekening te houden met een renterisico van: 0,2% in 2016, 0,3% in 2017, 0,4% in 2018 en 0,5% in 2019. Daarbij wordt rekening gehouden met een wegingsfactor van 50%, conform het algemene weerstandsvermogen, en als scenario in beeld gebracht. Deze percentages zijn afgeleid van het rente-effect van 1% op de algemene financiering. Het risico bij de algemene financiering zit in de her te financieren c.q. nieuw aan te trekken langlopende leningen en in kasgeldleningen (kort geld). Het huidige economisch risico van € 5,3 mln. zal door deze wijziging dan met ca. € 0,8 mln. toenemen.
3. Afschaffing van de NIEGG
Nadrukkelijk volgen we het voorstel tot afschaffing van de NIEGG (niet in exploitatie genomen gronden) in het BBV. Hoewel er wordt gesproken over een overgangsbepaling, die een looptijd zal hebben tot 31 december 2019, kan dit gevolgen hebben voor de financiële positie van de gemeente. De marktwaarde van deze gronden moet worden afgezet tegen de dan geldende bestemming. Indien een duurzame waardevermindering wordt vastgesteld, dan moet dat uiterlijk 31 december 2019 leiden tot een afwaardering. Dit brengen we in verband met de omgevingsvisie en zodra daar inzicht op is, zal de gewenste strategie met scenario’s ter besluitvorming worden voorgelegd.